Blijven staan als het schuurt

Iedere docent kent die momenten waarop een gesprek met een leerling, ouder of collega ineens een lading krijgt. De sfeer verandert, je voelt iets in je lijf aanspannen. Je wil professioneel blijven, maar merkt dat je lichaam sneller reageert dan je hoofd.

Je weet wat je zou moeten zeggen, maar op dat moment lukt het gewoon niet.

In deze les bespreken we  de binnenkant van confronterende gesprekken: de laag waar spanning, emotie en zelfbeheersing elkaar raken. We onderzoeken wat er in jou gebeurt op het moment dat het schuurt, waarom dat gebeurt, en vooral: hoe je jezelf kunt helpen om aanwezig te blijven, zonder jezelf te verliezen.

Je hoeft niet onbewogen te zijn om sterk te zijn.
Mens blijven ís je kracht.”


Wat er in je brein gebeurt


Wanneer een gesprek schurend wordt, reageert je brein niet rationeel, maar instinctief.Het oudste deel van je brein, de amygdala, scant voortdurend op gevaar.Zodra het iets waarneemt dat bedreigend voelt , een boze blik, een brutale opmerking, kritiek, gaat je alarmsysteem af.

Je hartslag versnelt, je ademhaling wordt oppervlakkiger, je spieren spannen aan.Op dat moment neemt je overlevingssysteem het over.Je reageert vanuit vechten, vluchten of bevriezen fight, flight, of freeze.

De Amerikaanse neuropsycholoog Daniel Siegel beschreef dit proces in zijn theorie over de Window of Tolerance.
Binnen die ‘window’ kun je rustig nadenken, luisteren en reageren.
Maar zodra spanning te groot wordt, glijd je eruit.

  • In hyperarousal: je wordt fel, wil controle, je verdedigt jezelf.
  • In hypoarousal: je klapt dicht, je stem wordt zachter, je trekt je terug.

Beide zijn volkomen normaal. Ze laten zien dat je brein bezig is je te beschermen.
Het gaat er niet om deze reacties te onderdrukken, maar om ze te leren herkennen en reguleren.

Herkennen van triggers

Iedere docent heeft zijn of haar eigen triggers, situaties waarin spanning sneller oploopt.

Denk aan:

  • Een leerling die je tegenspreekt op een manier die je irriteert.
  • Een ouder die jouw aanpak bekritiseert.
  • Een collega die je terechtwijst in een teamoverleg.

De trigger is niet het probleem.
Wat eronder zit, is vaak de betekenis die je eraan geeft.

Bijvoorbeeld:

  • “Ik voel me niet serieus genomen.”
  • “Ik faal.”
  • “Ik moet alles onder controle houden.”

Door die onderlaag te herkennen, ontstaat ruimte.
Je kunt dan reageren vanuit bewustzijn in plaats van automatisme.

Reflectievraag:

Welke situaties of uitspraken merk jij dat je sneller raken?
Wat zegt dat over wat voor jou belangrijk is in je werk?

Emotieregulatie: drie technieken om aanwezig te blijven

Wanneer je spanning voelt opbouwen, kun je jezelf helpen om in je ‘window’ te blijven.

1. Gronden
Voel letterlijk je voeten op de grond.
Maak even contact met de vloer.
Dat haalt je uit je hoofd en brengt je terug in het hier en nu.

2. Adem bewust uit
Een lange, langzame uitademing activeert je parasympatisch zenuwstelsel, het deel dat je helpt ontspannen.
Vier tellen in, zes tellen uit.
Drie keer.

3. Benoem wat je voelt
Zeg in gedachten: “Ik voel spanning.” of “Ik merk dat ik boos word.”
Volgens Siegel heet dit “Name it to tame it”: door iets te benoemen, maak je het beheersbaar.


Schurende Gesprekken in de klas

De angst om het fout te doen

Veel docenten dragen een diepe betrokkenheid met zich mee.
Ze willen het goed doen  voor hun leerlingen, hun team, hun school.

Maar juist dat verlangen kan omslaan in angst:
de angst om te fel te reageren,
of juist te slap,
om iets te zeggen dat schade aanricht.

Die angst is niet verkeerd.
Ze toont je betrokkenheid.

De psychologe Carol Dweck onderscheidt hierbij de fixed mindset en de growth mindset.

  • De fixed mindset zegt: “Als ik het fout doe, ben ik niet goed genoeg.”
  • De growth mindset zegt: “Als ik het fout doe, leer ik iets nieuws.”

Zie spanning dus niet als falen, maar als een signaal dat je iets belangrijks aan het leren bent.

Reflectievraag:

Wat maakt dat jij het moeilijk vindt om iets “fout” te doen?
En wat zou er veranderen als fouten zien als leermomenten?

Zelfcompassie: mildheid in actie

De onderzoeker Kristin Neff beschrijft zelfcompassie als vriendelijk zijn voor jezelf in moeilijke momenten.
Niet door jezelf goed te praten, maar door menselijkheid te erkennen.

In plaats van:

“Ik had dit beter moeten doen,”
kun je zeggen:
“Dit was moeilijk, en ik deed mijn best met wat ik toen wist.”

Zelfcompassie vergroot je veerkracht.
Wie mild is voor zichzelf, herstelt sneller — en reageert rustiger naar anderen.

Herstel is ook kracht

Soms loopt een gesprek uit de hand.
Misschien zeg je iets te scherp, of reageer je te snel.

Dat hoort erbij.
Belangrijker dan perfectie is wat je daarna doet.

Herstel is de meest volwassen vorm van professionaliteit.

Zeg gerust:

“Ik merkte dat ik gespannen was, en misschien wat te fel reageerde.
Ik wil het graag even opnieuw proberen.”

Dat is geen zwakte, maar kracht.
Je laat zien wat volwassen communicatie is  en je geeft je leerlingen een voorbeeld van hoe herstel eruitziet.


De Zelfdeterminatie-theorie (Deci & Ryan)

Waarom schurende gesprekken raken aan onze basisbehoeften

De psychologen Edward Deci en Richard Ryan ontdekten dat ieder mens drie psychologische basisbehoeften heeft:

  1. Autonomie – ik heb invloed; ik mag kiezen.
  2. Competentie – ik kan iets; ik ben bekwaam.
  3. Verbondenheid – ik hoor erbij; ik doe ertoe.

Wanneer één van deze drie wordt bedreigd, ontstaat spanning, frustratie of weerstand.Dat geldt voor je leerlingen, maar ook voor jou als docent.


1.  Autonomie – “Ik wil invloed hebben.”

Autonomie gaat over invloed en eigenaarschap.
In schurende gesprekken is dat vaak de eerste behoefte die geraakt wordt.

Voorbeeld:
Een leerling zegt:

“Ik ga dit gewoon niet doen, dit slaat nergens op.”

Jij voelt misschien dat je gezag ondermijnd wordt.
Jouw autonomie wordt bedreigd.
Maar die leerling ervaart óók verlies van autonomie — hij voelt zich misschien machteloos of niet gehoord.

 Herstel van autonomie:

“Ik hoor dat je het hier niet mee eens bent. Kun je uitleggen wat er precies wringt?”

Je erkent zijn invloed, zonder je rol te verliezen.

2.  Competentie – “Ik wil het goed doen.”

Competentie is het gevoel dat je iets kunt.
In schurende gesprekken voel je deze behoefte vaak direct.
Twijfel sluipt binnen: “Had ik dit beter moeten aanpakken?”

Die twijfel is menselijk.
Ze betekent niet dat je onbekwaam bent, maar dat je zorg draagt voor je werk.

 Herstel van competentie:
Na een lastig moment, vraag jezelf:

  • Wat ging goed?
  • Waar verloor ik even mijn rust?
  • Wat kan ik volgende keer eerder opmerken?

Reflectie voedt competentie, zelfkritiek breekt het af.

3.  Verbondenheid – “Ik wil erbij horen.”

De derde behoefte is misschien wel de diepste: verbondenheid.
Je wilt gezien en gerespecteerd worden — ook in spanning.

In schurende gesprekken breekt die verbondenheid soms plots.
Een leerling kijkt weg, een ouder zucht hoorbaar, een collega zegt iets wat persoonlijk raakt.
De afstand wordt voelbaar.

 Herstel van verbondenheid:
Zeg wat er speelt. Bijvoorbeeld:

“Ik merk dat het wat gespannen is tussen ons.
Ik wil dat graag herstellen.”

Door spanning te benoemen, breng je juist verbinding terug.

Waarom dit model zo waardevol is

Wanneer je begrijpt dat gedrag altijd een poging is om een behoefte te vervullen, verandert je hele kijk op schurende gesprekken.

  • De leerling die dwarsligt, probeert zijn autonomie te beschermen.
  • Jij die dichtklapt, beschermt je gevoel van competentie.
  • Beiden willen zich verbonden voelen, maar weten even niet hoe.

Vraag jezelf tijdens of na een gesprek:

“Welke van deze drie behoeftes speelt hier?”
“Wat heeft de ander nodig — en wat ik zelf?”

Dat verschuift de focus van strijd naar begrip.
Van reageren naar afstemmen.

Wie wil ik zijn in zulke momenten?

De kernvraag in deze module is niet:

“Wat moet ik doen?”
maar:
“Wie wil ik zijn als het schuurt?”

Wil je de rustige zijn, of de eerlijke?
De zachte, of de duidelijke?
Er is geen goed of fout — alleen bewustzijn.

Reflectie-opdracht:
Schrijf één zin die jouw intentie samenvat. Bijvoorbeeld:

“Ik wil rustig blijven, maar niet koud.”
“Ik wil eerlijk zijn, zonder te kwetsen.”
“Ik wil laten zien dat spanning erbij hoort.”

Hang die zin op een zichtbare plek.
Dat is jouw professionele kompas.


Comments are closed.

{"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}