Nonviolent Communication: van oordeel naar verbinding
Soms loopt een gesprek met een leerling anders dan je had bedoeld. Je zegt iets met de beste intentie, maar voor je het weet, voelt de ander zich aangevallen en wordt het gesprek stroef.
Nonviolent Communication helpt om dat te voorkomen. Niet door alles maar goed te vinden, maar door eerlijk en respectvol te spreken: over wat je ziet, wat je voelt, wat je nodig hebt en wat je vraagt.
Het is een manier van communiceren die oordelen vervangt door helderheid, en verwijten door begrip.
In deze les leer je hoe taal kan helpen om spanning om te buigen naar verbinding, juist op de momenten dat het moeilijk is.
Kletskaarten pesten
Praten over pesten is één van de krachtigste vormen van preventie. Niet door te wijzen of te straffen, maar door echt te luisteren, te begrijpen en elkaar te zien.
Bij Docentenbijscholing geloven we dat onderwijs niet alleen draait om kennis, maar om het vormen van mensen die met respect, empathie en bewustzijn met elkaar omgaan. Nonviolent Communication helpt daarbij, het leert leerlingen (én docenten) om gevoelens en behoeften te herkennen, te verwoorden en naar elkaar te luisteren zonder oordeel.
Onze Kletskaarten Pesten sluiten hier naadloos op aan. Gebruik ze om in de klas eerlijke, veilige gesprekken te voeren over wat pesten met iemand doet, wat we allemaal nodig hebben om ons veilig te voelen, en hoe we samen kunnen bouwen aan een klas waarin iedereen erbij hoort.
Niet alleen tijdens de Week tegen Pesten,maar het hele jaar door. Download hier de Kletskaarten Pesten en maak van elk gesprek een kans op verbinding.
Docent Opdracht
De vertaaltoets
Kies één situatie van de afgelopen week waarin je je ergerde aan een leerling (of collega).
Schrijf letterlijk op wat je toen dacht of wilde zeggen, bijvoorbeeld:
“Wat een respectloos gedrag, hij doet het erom.”
Vertaal dat daarna stap voor stap volgens de vier NVC-stappen:
Wat zag of hoorde ik feitelijk?
Wat voelde ik daarbij?
Welke behoefte zat daarachter?
Wat zou ik eigenlijk hebben willen vragen of zeggen?
Lees vervolgens beide versies hardop voor, eerst de oordelende zin, daarna de verbindende versie.
De spiegelbrief
Schrijf een korte “brief” aan een leerling (je hoeft hem niet echt te sturen) met wie het contact soms schuurt. Begin niet met wat hij moet veranderen, maar met wat je begrijpt:
“Ik zie dat het voor jou lastig is om stil te zitten tijdens de uitleg. Ik denk dat je soms behoefte hebt aan meer vrijheid of beweging…”
Beschrijf daarna wat het met jou doet en wat jij nodig hebt om goed les te kunnen geven. Eindig met een verzoek: wat zou je graag samen willen proberen?
De stilte-experiment
Tijdens een lastig moment in de klas (bijvoorbeeld als een leerling tegenspreekt of moppert),
doe je bewust één ding anders: zeg tien seconden niets.
Kijk, adem, observeer.
Pas daarna reageer je volgens de vier NVC-stappen.
Na de les noteer je kort:
Wat gebeurde er in die stilte, bij jou en bij de leerling?
Wat veranderde er in de sfeer van het gesprek?





Comments are closed.