VOORBEELD PROMPT 1: Differentiatie in instructie

Geef een uitleg over het onderwerp [onderwerp] voor drie niveaus: basisniveau, middenniveau en gevorderd niveau. Zorg ervoor dat de uitleg geschikt is voor leerlingen of studenten van [schooltype/ leerjaar]. Begin met basisniveau.

Basisniveau: Leg de kernconcepten eenvoudig uit

Middenniveau: Introduceer meer details en voorbeelden

Gevorderd niveau: Ga dieper in op complexe ideeën en toepassingen

VOORBEELD PROMPT 2: Differentiatie in teksten

Je krijgt de volgende [tekst.....] Herschrijf deze tekst in begrijpelijke taal voor leerlingen of studenten van [schooltype/ leerjaar]. Gebruik geen moeilijke woorden. Gebruik geen zinnen langer dan 10 woorden. Schrijf de tekst alsof je de populaire leraar op school bent en je leerlingen wil enthousiasmeren om de tekst te lezen, zonder zelf te enthousiast te worden. Schrijf drie variaties van de tekst, voor basisniveau, middenniveau en gevorderd niveau binnen de aangegeven klas of groep.

Basisniveau: Leg de kernconcepten eenvoudig uit

Middenniveau: Introduceer meer details en voorbeelden

Gevorderd niveau: Ga dieper in op complexe ideeën en toepassingen

VOORBEELD PROMPT 3: Differentiatie in tekstbegrip

Je krijgt de volgende [tekst.....] Schrijf bij de tekst [5 - 10] vragen over deze tekst in begrijpelijke taal voor leerlingen of studenten van [schooltype/ leerjaar]. Gebruik geen moeilijke woorden. Gebruik geen zinnen langer dan 10 woorden. Schrijf de vragen alsof je de populaire leraar op school bent en je leerlingen wil enthousiasmeren om de tekst te lezen, zonder zelf te enthousiast te worden. Schrijf [3] sets van vragen over de tekst voor basisniveau, middenniveau en gevorderd niveau, binnen de aangegeven klas of groep. Zorg dat het basisniveau taalgebruik in de vragen een stuk gemakkelijker is dan het gemiddelde, en het gevorderde niveau een stuk moeilijker dan het gemiddelde is. Geef model antwoorden voor alle vragen.