De kunst van het écht luisteren naar je leerlingen
Soms wil je gewoon even dat een leerling luistert. Maar wat als dit eigenlijk precies andersom begint? Dat jij eerst zelf goed moet luisteren? Actief luisteren is misschien wel de krachtigste vaardigheid die je kunt inzetten om rust, veiligheid en verbinding te creëren in de klas. Wanneer leerlingen merken dat ze écht gehoord en begrepen worden, ontstaat er ruimte voor een goed gesprek. In dit artikel duiken we in de kunst van actief luisteren. Je leert wat actief luisteren écht betekent, waarom erkenning iets anders is dan gelijk geven, en hoe je met kleine technieken grote verschillen kunt maken in hoe een gesprek verloopt.
Actief luisteren volgens Carl Rogers: begrijpen zonder te oordelen
De Amerikaanse psycholoog Carl Rogers beschreef actief luisteren als een manier van communiceren waarbij je probeert te begrijpen wat de ander zegt én voelt. Niet alleen de woorden, maar ook de boodschap erachter.
Het doel is simpel, maar krachtig: de ander het gevoel geven dat hij écht gehoord wordt, zonder dat je oordeelt of meteen met oplossingen komt. Rogers geloofde dat pas als iemand zich begrepen voelt, er ruimte ontstaat voor verandering en samenwerking.
Wat betekent dat in de klas?
Actief luisteren gaat verder dan knikken of “hm-hm” zeggen. Het vraagt dat je met volle aandacht luistert en checkt of je de boodschap goed hebt begrepen.
Bijvoorbeeld:
Een leerling moppert: “Dit is stom, ik snap er niks van.” Een actieve luisterreactie kan dan zijn: “Je zegt dat je het stom vindt en dat je er niks van begrijpt. Klinkt alsof je gefrustreerd bent omdat het niet duidelijk is, klopt dat?”
Je spiegelt wat je hoort, in je eigen woorden. Daarmee geef je de leerling erkenning voor zijn gevoel, zonder dat je zegt dat hij gelijk heeft. En juist die erkenning werkt positief: de leerling voelt zich serieus genomen, wat de kans op een open gesprek vergroot.
Erkenning is niet hetzelfde als gelijk geven
Een belangrijk onderscheid is wel: erkennen is niet hetzelfde als gelijk geven. Erkenning gaat over begrijpen, niet over bevestigen.
Je kunt begrip tonen voor een gevoel (“Ik snap dat dit frustrerend is”) zonder de inhoud goed te keuren (“Maar we gaan de opdracht wél afronden”).
Voorbeeld uit de klas:Een leerling zegt geïrriteerd: “U bent altijd oneerlijk met cijfers!” Je eerste reflex is misschien om in de verdediging te schieten: “Dat is niet waar, ik beoordeel iedereen gelijk.”
Maar erkenning klinkt anders: “Ik hoor dat je dat oneerlijk vindt, en dat voelt blijkbaar niet goed voor je. Kun je vertellen wat je bedoelt?”
Je geeft de leerling de ruimte om zijn gevoel te uiten, zonder de beschuldiging over te nemen. Pas als dat gevoel gehoord is, kun je rustig uitleggen hoe je hebt beoordeeld.
Veel misverstanden in de klas ontstaan omdat leerlingen het verschil niet kennen tussen erkennen en gelijk geven, maar ook omdat docenten soms bang zijn dat luisteren hetzelfde is als toegeven. Terwijl het tegendeel waar is: pas als iemand zich gehoord voelt, kan hij weer luisteren naar jou.
Waarom erkenning werkt
In conflicten en moeilijke gesprekken gebeurt vaak het tegenovergestelde: mensen voelen zich niet gehoord, dus gaan ze harder praten, verdedigen of boos worden.
Als een leerling wél merkt dat jij luistert bijvoorbeeld omdat je zegt: “Ik hoor dat je het oneerlijk vindt, en dat maakt je kwaad,” dan ontspant het gesprek. De leerling denkt: oké, je begrijpt me tenminste.
Vanaf dat moment kun je makkelijker uitleggen hoe jij het ziet. Je kunt zelfs benoemen: “Ik begrijp wat je bedoelt en ik snap dat het rot voelt. Ik kijk er zelf anders tegenaan, maar laten we eerst even goed begrijpen wat er precies is gebeurd.”
Door eerst erkenning te geven, open je de deur naar dialoog. De leerling ervaart: mijn gevoel mag er zijn, en dat haalt de angel uit de weerstand.
De moeilijkste stap: je oordeel parkeren
Het parkeren van je oordeel is misschien wel de lastigste kant van actief luisteren. Als een leerling iets zegt waar je het niet mee eens bent, voel je direct de neiging om te reageren of te corrigeren.
Maar écht luisteren betekent dat je dat even uitstelt. Een veelgehoorde uitspraak in communicatietrainingen is: “Luisteren is niet hetzelfde als wachten tot je zelf aan de beurt bent om te praten.”
Het gaat erom dat jij zó aanwezig bent, dat de ander voelt: je bent er voor mij. Pas daarna komt jouw reactie, en die wordt dan veel beter ontvangen.
Valkuil: pseudo-luisteren
Soms lijkt het alsof je goed luistert - je knikt, maakt oogcontact, zegt “ja, ik snap het” - maar in je hoofd ben je al bezig met je antwoord of met de volgende leerling. Dat heet pseudo-luisteren. En jongeren prikken daar feilloos doorheen.
Actief luisteren is geen trucje, het is een intentie. Als je alleen de techniek toepast, maar niet echt luistert, voelt de leerling dat meteen. Dan werkt het averechts: hij of zij voelt zich gemanipuleerd of niet serieus genomen.
Rogers noemde dit authentieke empathie: echt luisteren met de bedoeling om te begrijpen, niet om te overtuigen.
Praktische luistertechnieken en valkuilen in de klas
Luisteren lijkt eenvoudig, maar in de hectiek van de klas is het misschien wel een van de moeilijkste vaardigheden. De kunst is om niet alleen te hóren wat een leerling zegt, maar ook te begrijpen wat hij bedoelt.
Een handige formule die veel docenten gebruiken, is LSD: Luisteren – Samenvatten – Doorvragen. We gaan daar hieronder op in.
1. Luisteren
Echt luisteren begint met stil zijn. Laat de leerling uitpraten, houd oogcontact en toon met je houding dat je erbij bent. Een open blik, een knikje of een korte aanmoediging (“ja, ik snap het”, “vertel verder”) helpen om te laten zien dat je luistert.
Weersta de neiging om te onderbreken of alvast te reageren. Vaak hoor je halverwege iets wat je wilt corrigeren, maar als je dat doet, klapt de leerling dicht.
2. Samenvatten
Vat daarna in je eigen woorden samen wat je hebt gehoord, zowel de inhoud als het gevoel dat erbij hoort.
Bijvoorbeeld: “Dus je baalt ervan dat je buiten de groep valt en je voelt je daardoor best alleen, heb ik dat goed begrepen?”
Zo’n korte samenvatting laat zien dat je echt hebt geluisterd. Bovendien geef je de leerling de kans om te bevestigen of te corrigeren (“Ja, precies” of “Nee, het is meer dat…”). Zo bouw je samen helderheid op.
3. Doorvragen
Tot slot: stel een open vraag. “Wat vind je daar het moeilijkste aan?” “Hoe komt het denk je dat dit je zo raakt?”
Met dit soort vragen nodig je de leerling uit om verder te denken en zijn gevoel of gedrag te onderzoeken, zonder dat jij oordeelt of invult. Vaak kom je zo pas tot de kern van het verhaal.
Non-verbaal luisteren: wat je uitstraalt telt
In een druk klaslokaal zegt je lichaamstaal vaak meer dan je woorden. Ga, als het kan, op ooghoogte zitten of even hurken naast de leerling. Kijk vriendelijk, maar niet strak. Knik af en toe, houd je armen ontspannen, en wees met je aandacht zichtbaar bij de ander.
Je kunt ook subtiel spiegelen: neem een vergelijkbare houding aan of reageer mee met een gezichtsuitdrukking. Dat gebeurt vaak vanzelf als je empathisch luistert, het geeft de leerling het gevoel dat jij “meebeweegt”. Let wel: houd het natuurlijk, ga niet toneelspelen.
Veelvoorkomende valkuilen in de klas
Een gesprek voeren en goed luisteren is extra moeilijk in een drukke klas. Dit zijn veelvoorkomende valkuilen:
AfleidingNiets haalt de kracht uit een gesprek zo snel als afleiding. Een blik richting een andere leerling, iets dat door de klas vliegt, of iemand die tussendoor een vraag stelt, het kan het contact direct verbreken.
Zorg dat de leerling merkt dat hij jouw volle aandacht heeft. Zeg bijvoorbeeld tegen de klas: “Ik praat even met Sam, wacht een moment.” In een klassikaal gesprek: laat één leerling tegelijk spreken en geef hem zichtbaar je aandacht. Loop eventueel even naar hem of haar toe om te laten zien dat je luistert.
Te snel willen helpenSommige docenten hebben een natuurlijke “fix-it-reflex”: een leerling zegt iets en jij wilt meteen helpen of adviseren. Leerling: “Ik haal toch altijd onvoldoendes.” Docent: “Je kunt bijles nemen, of wat extra oefenen, misschien moet je…”
De intentie is goed, maar het effect vaak niet. De leerling voelt zich niet gehoord in zijn gevoel van teleurstelling.
Beter is om eerst te spiegelen: “Je bent teleurgesteld en denkt dat het toch niet gaat lukken, begrijp ik dat goed?” Pas als de leerling zich daarin herkent (“Ja, precies…”), kun je samen naar oplossingen kijken: “Wat zou jou kunnen helpen denk je?” “Zullen we samen bedenken hoe je dit kunt aanpakken?”
Eerst erkenning, dan pas actie.
Oordelen of bagatelliseren“Ach joh, dat is toch geen reden om boos te zijn.” “Je hoeft je niet zo druk te maken.”
Met zulke reacties wil je geruststellen, maar je ontkent eigenlijk het gevoel van de leerling. En dat maakt het erger. Beter is om te benoemen wat je ziet of hoort: “Ik hoor dat je echt boos bent hierover.”
Dat is geen instemming, maar erkenning. Als de leerling voelt dat zijn emotie er mag zijn, kun je daarna samen kijken hoe hij ermee omgaat.
Goed luisteren als basis voor sterk klassenmanagement
Goed klassenmanagement begint niet bij regels of structuur, maar bij relatie en aandacht. Een docent die écht luistert, zorgt voor rust en voorspelbaarheid in de klas. Leerlingen weten dan: “Mijn stem doet ertoe.” En juist dát maakt dat ze eerder meewerken, zich verantwoordelijker gedragen en beter reageren op feedback. Luisteren is daarmee geen ‘zachte vaardigheid’, maar een krachtige vorm van leiderschap: je stuurt niet door te controleren, maar door te verbinden.
Wil je leren hoe je met aandacht en empathie meer rust, overzicht en verbinding in je klas brengt? Doe mee aan onze training Klassenmanagement.





0 comments