Pesten: helaas geen onbekend fenomeen in de klas. Het komt nog steeds regelmatig voor onder leerlingen in het basis- en het voortgezet onderwijs. Pesten kan fysiek gebeuren op het schoolplein of in de klas, maar ook online. Wat zijn de verschillen tussen cyberpesten en gewoon pesten? Welke gevolgen kan dit hebben voor de slachtoffers en welke acties kun je als docent ondernemen in de klas om pesten tegen te gaan en te voorkomen? Daar gaan we in dit artikel dieper op in.
Wat is pesten?
Pesten is het opzettelijk en herhaaldelijk uiten van agressie (in allerlei vormen) naar een ander persoon. Dat kan zowel fysiek als verbaal. Maar het kan ook gebeuren door juist niets te doen (iemand buitensluiten) of door spullen te stelen of te verstoppen. Bij pestgedrag zien we altijd meerdere betrokkenen. In de eerste plaats gaat het om degene die pest en het slachtoffer, maar ook omstanders zijn vaak betrokken. Pesten veroorzaakt stress, angst, eenzaamheid en gebrek aan zelfvertrouwen. Pesten stopt niet vanzelf. Het is belangrijk om in te grijpen.Tegenwoordig vindt pesten niet alleen nog fysiek plaats, maar ook online. We maken dus onderscheid tussen ‘gewoon pesten’ en ‘cyberpesten’.
Wat is gewoon pesten?
Gewoon pesten is het pestgedrag dat je vaak ziet op schoolpleinen, in de klas of in de directe omgeving van een leerling. Het kan zich dus ook afspelen op de sportclub of bij de vereniging. Gewoon pesten kan zowel fysiek, verbaal en non-verbaal zijn. Voorbeelden zijn slaan en duwen of het roepen van beledigingen en scheldwoorden. Dat valt natuurlijk het meeste op. Verbaal of fysiek pesten kan gebaseerd zijn op het uiterlijk van een persoon, een specifieke karaktertrek of de achtergrond van de gepeste. Er zijn ook vormen van pesten die minder opvallen. Denk aan pesten in de vorm van buitensluiten, roddelen, imiteren, uitlachen of chanteren. Ook kan er gepest worden door materiaal stuk te maken, te stelen of te verstoppen, zoals een etui of een boek. Eén van de belangrijkste kenmerken van gewoon pesten is dat deze vorm van pesten zich beperkt tot specifieke tijden en locaties. Zo wordt er vaak op het schoolplein gepest, net buiten het zicht van de docenten. Of stiekem op de gangen en tijdens de les, als je even niet oplet. Eenmaal thuis is de leerling weer ‘veilig’. Maar deze voelt zich vaak ellendig en buitengesloten en kan zelfs angst ontwikkelen om naar school te gaan.
Wat is cyberpesten?
Tegenwoordig is cyberpesten helaas net zo normaal als gewoon pesten. Cyberpesten is het versturen van haatberichten, beledigingen of bedreigingen via het internet. Bijvoorbeeld via e-mail, binnen chatboxen, op social media of via messenger diensten, zoals Whatsapp. Dit kan anoniem gebeuren, wat het voor de gepeste moeilijker maakt te achterhalen wie erachter zit. Een andere vorm van cyberpesten is het verspreiden van privacygevoelige informatie of privé foto’s van het gepeste slachtoffer. We kennen allemaal de voorbeelden van foto’s van leerlingen die verspreid worden op school. Hier kan iemand een leven lang last van hebben. Wat cyberpesten nog vervelender en intimiderender maakt, is dat er altijd en overal toegang is tot het slachtoffer. Deze vorm van pesten kan dus 24/7 doorgaan en kent geen specifieke tijden of locaties. Een kind wordt hierdoor ook thuis nog gepest. Immers, als de telefoon aangaat komt er weer een stroom berichten of vervelende social media DM’s binnen.
Verschillen gewoon pesten en cyberpesten
Gewoon pesten en cyberpesten hebben dus overeenkomsten. Maar er zijn ook enkele verschillen. We zetten ze hier samenvattend onder elkaar:
Tijd en plaats: gewoon pesten beperkt zich tot een specifieke tijd en plaats. Cyberpesten gaat 24/7 door.
Duurzaamheid: gewoon pesten kan stoppen met de tussenkomst van een derde persoon. Zoals een docent, een ouder of medeleerling. Gewoon pesten kan ook stoppen als de gepeste zich niet meer op de specifieke locatie of in de omgeving van de pester bevindt. Bijvoorbeeld na schooltijd. Bij cyberpesten ligt dit anders. De verstuurde berichten, informatie of foto’s blijven vaak online staan, waardoor de gepeste hiermee voor een lange tijd geconfronteerd wordt!
Bereik: Cyberpesten heeft een veel groter bereik. Gewoon pesten vindt meestal plaats op één plek, zoals het schoolplein. Bij cyberpesten kunnen berichten die op het internet worden geplaatst, voor lange tijd online vindbaar blijven. Bovendien zijn ze in potentie wereldwijd zichtbaar.
Gevolgen van cyberpesten
Cyberpesten kan dus nog meer impact hebben op leerlingen, doordat het altijd doorgaat, altijd online blijft staan en het veel meer mensen kan bereiken. Het kan dan ook ernstige gevolgen hebben voor het slachtoffer. Natuurlijk is de leerling verdrietig en emotioneel. Maar er ontstaat niet zelden een gebrek aan zelfvertrouwen, angst, stress en sociale problemen. De gevolgen kunnen zelfs op een volwassen leeftijd nog de kop opsteken. Zo zijn gepeste kinderen gevoeliger voor het ontwikkelen van een depressie op latere leeftijd. Omdat slachtoffers de locatie waar ze gepest worden het liefst vermijden, kunnen er ook makkelijk leerproblemen ontstaan. Resultaten kunnen verslechteren of de leerling wil zelfs niet meer naar school toe gaan. Leerlingen kunnen ook fysieke problemen krijgen. Chronische stress door pesten kan leiden tot hoofdpijn, buikpijn en andere lichamelijke klachten. Slachtoffers kunnen zich terugtrekken uit sociale situaties uit angst voor meer pesten. In ernstige gevallen kan pesten zelfs leiden tot zelfbeschadiging en zelfmoordgedachten.Los daarvan kan pesten de sfeer op school sterk beïnvloeden, waardoor het voor anderen ook een onprettige plek wordt. En dat leidt weer tot mindere schoolprestaties van de hele klas. Een probleem dat aandacht nodig blijft hebben, dus!
Wat kun je eraan doen?
Maar, wat kun je dan aan dat pestgedrag doen? Als docent heb je een belangrijke taak om pesten of cyberpesten tegen te gaan. Dat begint met bewustwording. Weet dát er gepest wordt, ook online en buiten jouw gezichtsveld. Daarnaast ligt er een taak voor je om meer bewustwording in de klas te creëren, preventieve maatregelen te nemen en ondersteuning te bieden aan gepeste leerlingen en hun ouders.
1. Bewustwording creëren: Praat over de gevolgen van cyberpesten in de klas. Bespreek ook hoe leerlingen pestgedrag kunnen herkennen. Bijvoorbeeld als een specifieke leerling wordt buitengesloten of vaker ziek is, als de schoolprestaties dalen of als een persoon dicht bij de docent in de buurt blijft. Gebruik concrete voorbeelden en verhalen om de impact duidelijk te maken. Organiseer bijvoorbeeld gastlessen waarin ervaringsdeskundigen hun verhaal delen. Laat leerlingen zelf scenario's bedenken en uitspelen om empathie en begrip te vergroten. Zorg voor een veilige omgeving waarin iedereen vrijuit kan spreken en vragen kan stellen. Creëer een cultuur waarin respect en vriendelijkheid centraal staan en pestgedrag actief wordt afgewezen.
2. Preventie: Naast meer bewustwording is ook preventie belangrijk. Dat kun je doen door een onderwerp te besteden aan hoe leerlingen veilig online kunnen communiceren en de gevaren van het delen van privacygevoelige informatie. Stel ook regels op voor internetgebruik in de klas. Organiseer workshops waarin leerlingen leren over sterke wachtwoorden, privacy-instellingen en hoe ze verdachte berichten kunnen herkennen. Integreer digitale geletterdheid in het curriculum zodat leerlingen voortdurend worden herinnerd aan veilig internetgebruik. Maak gebruik van interactieve tools en apps om de lessen aantrekkelijk en praktisch te maken. Betrek ouders bij het proces door hen te informeren en te voorzien van tips om hun kinderen thuis te begeleiden.
3. Ondersteuning bieden: Bied ondersteuning bij pesten of gepest worden. Je kunt zelf fungeren als een vertrouwenspersoon waar leerlingen terecht kunnen met problemen, maar dit kan ook een andere persoon binnen de school zijn. Zorg voor een duidelijk en toegankelijk meldsysteem zodat leerlingen weten waar ze terecht kunnen. Creëer een buddy-systeem waarbij oudere leerlingen jongere leerlingen ondersteunen. Organiseer regelmatige check-ins en gesprekken om de mentale gezondheid van leerlingen te monitoren. Werk samen met schoolpsychologen en counselors om professionele hulp te bieden waar nodig. Maak het normaliseren van hulp zoeken onderdeel van de schoolcultuur.
4. Actie ondernemen: Onderneem tijdig actie. Ga actief met leerlingen in gesprek als je denkt dat er iets speelt. Draag oplossingen aan en denk mee over het aanpakken en verbeteren van de situatie. Onderneem ook actie naar de ouders toe. Stel een duidelijk stappenplan op voor hoe om te gaan met meldingen van pesten.
Kletskaarten pesten
Wil jij ook extra aandacht besteden aan pesten in de klas?
Dit blijft een belangrijk onderwerp!
Gebruik de ´Kletskaarten Pesten´ om in de klas een gesprek op gang te brengen over pesten.
Niet alleen in de Week tegen Pesten, maar het hele jaar door! Download hier de kletskaarten.
Blijvend probleem dat lastig is aan te pakken
In dit artikel zijn we ingegaan op pesten en cyberpesten. Helaas nog steeds problemen waar veel leerlingen mee te maken hebben. Het blijft lastig om hier als docent op adequate wijze mee om te gaan. In dit artikel geven we je enkele tips, maar het bevorderen van bewustwording, het nemen van preventieve maatregelen en het bieden van effectieve ondersteuning vraagt om inzet en consistentie. Het is een proces dat geduld en doorzettingsvermogen nodig heeft, maar de impact op je leerlingen en je schoolgemeenschap kan enorm zijn. Blijf je dus dagelijks inzetten om pesten te verminderen. Zelfs de kleinste stappen dragen bij aan een veiliger en meer ondersteunende leeromgeving!
Masterclass Mediawijsheid
Meer leren over pesten en mediawijsheid? Doe mee aan onze nieuwe training Mediawijsheid.