Met zoveel verschillende leerlingen in de klas, wil je je lesmethoden soms aanpassen aan het niveau van de leerling. Dat kun je bereiken door te differentiëren. Maar, wat is differentiatie in de klas precies, wat zijn de voordelen ervan en hoe pak je het aan? Dat behandelen we in dit artikel. We bespreken ook concrete voorbeelden en een paar tools die je bij differentiatie in het onderwijs kunt gebruiken.
Wat is differentiëren in het onderwijs?
Differentiatie in het onderwijs is een benadering waarbij rekening wordt gehouden met de individuele behoeften, interesses en capaciteiten van leerlingen. Het idee achter differentiatie is om het onderwijs aan te passen aan de diverse leerstijlen en niveaus van de leerlingen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Je kunt bijvoorbeeld differentiëren door verschillende lesmethoden aan te bieden, aandacht te besteden aan de uiteenlopende interesses en talenten van leerlingen of door op andere manieren te toetsen en evalueren.
Waarom is differentiatie in de klas belangrijk
In elke klas vind je verschillende leerlingen. Sommigen zijn misschien snel van begrip en hebben behoefte aan extra uitdaging, terwijl anderen wat meer tijd nodig hebben om de stof te begrijpen. Misschien heb je wel leerlingen die extra aandacht nodig hebben bij het rekenen of bij wie de taalvaardigheid achterblijft.
Met differentiatie zorg je ervoor dat elke leerling een zo goed mogelijk op zijn of haar talenten afgestemd lesprogramma krijgt.
Voordelen van differentiatie in het onderwijs
Differentiatie in het onderwijs heeft vele voordelen. We noemen er hieronder een aantal:
- Aangepast leren: differentiatie stelt leerlingen in staat om op hun eigen tempo en niveau te leren. Dit betekent dat snellere leerlingen uitdaging kunnen vinden, terwijl anderen meer tijd en ondersteuning krijgen om de stof te begrijpen.
- Individuele aandacht: door differentiatie kun je als docent meer individuele aandacht besteden aan de behoeften van elke leerling. Zo kun je meer gerichte feedback geven en persoonlijke ondersteuning bieden, waardoor de kans op succes wordt vergroot.
- Verhoogde betrokkenheid: differentiatie maakt leren interessanter en relevanter voor leerlingen. Door keuzemogelijkheden te bieden, kunnen ze zich richten op onderwerpen die hen aanspreken, wat hun betrokkenheid en motivatie verhoogt.
- Diversiteit en inclusie: differentiatie houdt rekening met de diversiteit in de klas. Leerlingen met verschillende achtergronden, leerstijlen en talenten kunnen allemaal profiteren van aangepast onderwijs dat is afgestemd op hun individuele behoeften.
- Zelfstandigheid en eigenaarschap: differentiatie moedigt leerlingen aan om zelfstandig te leren en verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Ze kunnen keuzes maken, doelen stellen en leren op een manier die het beste bij hen past.
- Positief zelfbeeld: differentiatie helpt leerlingen om succeservaringen op te doen. Door uitdagingen aan te gaan die passen bij hun niveau, kunnen ze hun zelfvertrouwen vergroten en een positiever zelfbeeld ontwikkelen.
- Vermindering van ongelijkheid: D]differentiatie kan helpen om de kloof tussen leerlingen te verkleinen. Door extra ondersteuning te bieden aan leerlingen die het nodig hebben en meer uitdaging te bieden aan snellere leerlingen, kunnen de prestatieverschillen tussen leerlingen verminderd worden.
- Voorbereiding op de toekomst: In een diverse en complexe wereld is het belangrijk dat leerlingen leren om te gaan met verschillende perspectieven en uitdagingen. Differentiatie helpt om flexibel te worden, kritisch te denken en vaardigheden aan te passen aan verschillende situaties, wat leerlingen voorbereidt op succes in de toekomst.
Genoeg voordelen dus om aan de slag te gaan met differentiatie in de klas. Maar, hoe pak je dat aan?
Hoe differentieer je in de klas?
Je kunt differentiëren op verschillende manieren aanpakken.
Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor differentiatie op niveau, op instructie of op verwerking.
Differentiatie op niveau
Door de prestaties van leerlingen te analyseren, kun je de klas in drie groepen verdelen. Het grootste deel van de leerlingen vormt de basisgroep. Een klein groepje leerlingen (1 tot 4 leerlingen) dat bovengemiddeld presteert, wordt in de plusgroep geplaatst. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, vormen de breedtegroep. Het is belangrijk om de plus- en breedtegroep klein te houden. Zo kun je de zwakkere leerlingen beter volgen en de sterke leerlingen mogelijk meer vrijheid of extra uitdaging bieden.
Differentiatie op instructie
Door te differentiëren in je instructie, kun je de sterke groep direct aan het werk zetten. Hierdoor kun je meer aandacht besteden aan de zwakkere leerlingen. Op deze manier voorkom je dat leerlingen zich gaan vervelen tijdens je uitleg en daardoor de les verstoren. De kern van de instructie geef je aan alle groepen, waarna de plusgroep meteen aan de slag kan. Vervolgens krijgen de basis- en breedtegroep een uitgebreidere instructie. Daarna kan de basisgroep aan het werk gaan en kun je de breedtegroep tijd en aandacht geven aan de instructietafel.
Differentiatie op verwerking
Om optimaal te differentiëren, heb je extra verwerkingsmateriaal nodig voor de breedte- en plusgroep. Veel lesmethodes maken al onderscheid tussen basisstof en verdiepingsmateriaal. Kijk dus kritisch naar de methode die je gebruikt. Moeten alle leerlingen precies hetzelfde doen? Zijn er misschien oefeningen die kunnen worden overgeslagen voor de plusgroep, en mogelijk zelfs voor de basisgroep? De leerlingen in de breedtegroep kunnen dan bijvoorbeeld instructies krijgen om de weggelaten opdrachten wel te maken.
Methoden voor differentiatie die volgens literatuur het beste werken
In deze uitgebreide publicatie van De Kennisrotonde wordt op basis van literatuurstudie besproken
welke manieren van differentiëren het best werken. Hieronder delen we de conclusies van deze publicatie.
Mastery learning en directe instructie zijn effectief
Mastery learning en directe instructie zijn effectieve manieren om te differentiëren. Bij mastery learning is het uitgangspunt dat alle leerlingen de stof beheersen voordat ze verder gaan naar iets nieuws. Hierbij kan het BHV-model (basis-, herhalings- en verrijkingsstof) worden gebruikt, met ondersteuning van scaffolding.
Het Directe-instructiemodel biedt zes stappen die leraren veel mogelijkheden geven om zich aan te passen aan verschillende leerlingniveaus. Dit is voordelig voor vrijwel alle leerlingen, maar vooral voor leerlingen met leerachterstanden. Het is een goede manier om de verschillen tussen leerlingen te verkleinen en ervoor te zorgen dat iedereen de einddoelen bereikt.
De ideale groepssamenstelling is nog onduidelijk
Er is nog geen consensus in de wetenschap over de ideale samenstelling van leerlinggroepen. Zowel homogene als heterogene groepen hebben hun voor- en nadelen. Een pragmatische oplossing is om veel af te wisselen en leerlingen in verschillende groepen te laten werken.
Samenwerkend leren werkt goed in gematigd heterogene groepen
Samenwerkend leren is vooral aan te bevelen bij rekenen/wiskunde en zaakvakken. Een heterogene groepsindeling is gunstig voor leerlingen die relatief lager presteren, maar het is belangrijk om de niveauverschillen tussen de leerlingen te beperken. Anders moeten leerlingen te veel aandacht besteden aan het begeleiden van de onderlinge interactie, wat kan leiden tot cognitieve overbelasting.
Effectieve inzet van ict-oefenprogramma's vereist begeleiding door de leraar
Het gebruik van ict-oefenprogramma's is een goed idee, met name bij rekenen en wiskunde. Echter, zo'n programma kan nooit de rol van de leraar volledig vervangen. De grootste leeropbrengsten worden behaald wanneer de leraar actief betrokken is bij het werk van de leerlingen, door sturing en feedback te geven. Dit geldt ook voor adaptieve programma's die zich automatisch aanpassen aan het niveau van de leerlingen.
Het bewijs voor het rekening houden met leerstijlen van leerlingen is niet overtuigend
Hoewel het intuïtief logisch lijkt om rekening te houden met verschillende leerstijlen zoals denkers en doeners, is er tot nu toe geen eenduidig wetenschappelijk bewijs dat dit effectief is.
Voorbeelden van differentiatie in het PO en VO
Ben je op zoek naar concrete voorbeelden van differentiatie in het PO of VO? We noemen hieronder een aantal voorbeelden.
Differentiatie in het Primair Onderwijs
- Leesvaardigheid: in een klas met verschillende leesniveaus kun je leerlingen opdelen in kleine groepjes op basis van hun leesvaardigheid. Elk groepje geef je dan gepaste teksten en opdrachten die aansluiten bij hun niveau. Als docent kun je individuele begeleiding bieden aan leerlingen met specifieke behoeften.
- Rekenen: in een rekenles kun je leerlingen met verschillende rekenvaardigheden verschillende taken geven. Snellere leerlingen krijgen uitdagendere opdrachten, terwijl leerlingen die moeite hebben met bepaalde concepten extra oefeningen en ondersteuning krijgen.
Differentiatie in het Voortgezet Onderwijs
- Projectmatig leren: laat leerlingen een eigen onderwerp kiezen voor een project. Ze kunnen hun project aanpassen aan hun eigen interesses en talenten, terwijl ze tegelijkertijd de vereiste leerdoelen bereiken.
- Niveaugroepen: Bij specifieke vakken, zoals wiskunde of Engels, kun je niveaugroepen maken. Elke groep krijgt les op het juiste niveau, met aangepaste materialen en opdrachten. Leerlingen kunnen dan in een tempo werken dat bij hen past en de nodige ondersteuning of uitdaging krijgen. Aan het begin van een les kun je met quizvragen het instapniveau van de leerlingen testen.
Tools voor differentiatie in de klas
Als je zelf aan de slag gaat met differentiatie in de klas, zijn er een aantal tools die je daarbij goed kunt gebruiken. We bespreken ze kort.
Quiztools
Met een quiztool kun je snel het kennisniveau van je leerlingen over een bepaald onderwerp testen. Bekende tools zijn bijvoobeeld Kahoot en Socrative. Bekijk hiervoor ons complete overzicht van quiztools voor in de klas.
Adaptieve leerprogramma's
Adaptive leerprogramma’s zijn online programma's die zich aanpassen aan het individuele niveau en de behoeften van elke leerling. Ze bieden op maat gemaakte oefeningen, feedback en begeleiding. Voorbeelden van adaptieve leerprogramma's zijn Khan Academy, Snappet en Gynzy.
Online bronnen en digitale content
Er zijn veel online bronnen en digitale content beschikbaar die docenten kunnen gebruiken om differentiatie te bevorderen. Dit kan variëren van interactieve websites, educatieve video's en digitale boeken tot virtuele rondleidingen en simulaties. Een voorbeeld hiervan is Google Arts and Culture.
Differentiatie-tools
Er zijn specifieke tools ontwikkeld om docenten te ondersteunen bij differentiatie. Deze tools bieden functies zoals het maken van differentiatie plannen, het genereren van aangepaste opdrachten en het volgen van de voortgang van individuele leerlingen. Een voorbeeld hiervan is Gynzy.
Wil je meer manieren leren om nog beter in te spelen op de diverse behoeften van je leerlingen?
Onze training Effectief Differentiëren biedt je frisse inzichten,
effectieve strategieën en praktijkgerichte tools om je lessen te verrijken.
Conclusie: differentiatie in de klas
Differentiëren in de klas is belangrijk om recht te doen aan de verschillende behoeften van leerlingen. Het houdt rekening met individuele niveaus, interesses en leerstijlen en dat biedt verschillende voordelen voor je leerlingen.
Om het goed toe te passen heb je wel de nodige voorbereiding nodig. Denk goed na over het jij stap voor stap aan de slag kunt met differentiëren.
Doe jij al aan differentiatie in jouw klas? Wij lezen graag in een reactie hoe je dat hebt aangepakt en wat jouw tips zijn!